Studieprogramma

Het studieprogramma voor rabbijn bestaat uit twee onderdelen, het academische deel en het beroepsgerichte deel.

 

Het academische gedeelte

Het academische gedeelte houdt het volgende in:

  • Hebreeuws: Bijbels, Rabbijns en Modern Hebreeuws.
  • Aramees: de varianten die nodig zijn om joodse klassieke teksten, Tenach en rabbijnse teksten te kunnen lezen en hanteren.
  • Tanach: zijn literatuur, Midrasj, middeleeuwse en moderne commentaren, moderne Bijbelkritiek.
  • Halacha: principes, ontwikkeling, relatie tot Aggada, benaderingswijze door verschillende joodse stromingen, klassieke en moderne bronnen en responsa.
  • Geschiedenis: een grondig overzicht, ideeëngeschiedenis, de specifiek joodse benadering van geschiedenis, inzicht in de problematiek van de joodse geschiedenis. Speciale aandacht is er voor de geschiedenis van de Nederlandse joodse gemeenschap en de progressieve beweging in het algemeen.
  • Israël: land en staat: geschiedenis, theologische en culturele betekenis, perioden van studie en ervaring in het land zelf, kennismaking met de Israëlische beweging voor progressief jodendom, zijn leiders en instituten.
  • Liturgie: een grondige introductie in de ontwikkeling van de joodse liturgie, de inhoud van hedendaagse orthodoxe en niet-orthodoxe sidoeriem en minhagiem (Asjkenazi, Sefardi, Edot HaMizrach), geschiedenis, de overeenkomsten en verschillen en de theologische achtergronden hiervan, contemporaine vraagstukken.
  • Rituelen: jaarcyclus, levenscyclus en andere mitswot.
  • Filosofie: joodse denkers en joods denken vroeger en nu, relatie tot niet-joodse filosofische systemen, principes en ontwikkeling van het progressief jodendom, schisma’s.
  • Joodse muziek, kunst en literatuur: een introductie, nadruk op belang en werking muziek in de liturgie en synagoge diensten, moderne joodse en Israëlische literatuur.
  • Andere godsdiensten: introducties in Islam en Christendom, daarnaast kennis van andere religies.
  • Het academische gedeelte wordt in het vijfde en laatste studiejaar afgerond met een rabbinale scriptie.

 

Het beroepsgerichte gedeelte

Het beroepsgerichte gedeelte houdt het volgende in:

  • Pastorale zorg
    Gesprekstechnieken en counseling: introductie in de verschillende aspecten en achtergrondbegrippen van gespreksvoering en begrijpen. Communicatieve vaardigheden op het gebied van luisteren, begrip tonen, faciliteren en het geven en ontvangen van feedback. Contacten kunnen aangaan, langdurig onderhouden en zo nodig kunnen afronden.
    Pastorale zorg: principes van pastorale zorg, in tegenstelling tot bijv. psychotherapie. Het brengen van spiritualiteit en joodse waarden in het werk, presentatietechnieken, morele overwegingen en ethiek, reflectie, analyse en inzicht.
  • Levenscyclus: onderzoeken van de verschillende fasen en overgangen van de cyclus van het gezinsleven; verkennen van de rol van de rabbijnen bij de gebruiken en de rituelen, horend bij de verschillende overgangen/transities (bar mitswa, huwelijk, etc.); inzicht hebben in thema’s, die spelen tijdens de levenscyclus.
  • Progressief Jodendom in Nederland: introductie in het werkterrein van de rabbijnen: kennis van de actuele demografie, ontmoetingen met verschillende organisaties met betrekking tot zorg, beleid, interreligieuze betrekkingen, etc., steeds de rol van een rabbijn verkennend. De veranderende demografie in Nederland vraagt om  het steeds (her)overwegen van de rol van een rabbijn.
  • Rabbinaal leiderschap: vaardigheden, zoals onderhandelen, conflicthantering, beheren van dynamieken zoals die voorkomen bij de rol van een rabbijn. Ontwikkelen van een leiderschapsstijl. Bestuurlijke en beleidsmatige activiteiten: dit bevat o.a. het werk van het Beth Din en het College van Rabbijnen, het regelen en voorbereiden van diverse activiteiten voor de gemeente en andere zaken. Op een dynamische, inspirerende en harmonieuze manier leren te werken met besturen, commissies en de vele vrijwilligers.
  • Halacha in de praktijk: primair staat de praktische toepassing van de joodse wet (halacha lema’aseh). Dit wordt automatisch onderwezen tijdens de stages in de verschillende gemeenten – rabbinale werkzaamheden door de rabbijnen en door collega’s tijdens het Beth Din.
  • Liturgie en rabbinale werkzaamheden in de praktijk: rituelen uit het joodse jaar en de joodse levenscyclus in sjoel en thuis kunnen uitvoeren en onderwijzen, een derasja kunnen geven, in het openbaar kunnen spreken, voldoende didactische kennis hebben om les te kunnen geven aan kinderen en volwassenen.
  • Persoonlijke ontwikkeling als rabbijn: door de opzet van het programma tijdens de beroepsgerichte opleiding zijn er veel gelegenheden voor de studenten om aandacht aan de persoonlijke ontwikkeling te schenken, o.a. gedurende counseling en gesprekstraining, pastorale en leiderschapstraining en tijdens supervisie in de stages. Bovendien is er voor iedere student studiebegeleiding gedurende de gehele opleiding.
  • Portfolio: Tijdens de rabbinale opleiding bouwt de student zijn/haar eigen portfolio op, een map met stukken die laat zien welke competenties de student heeft verworven tijdens de opleiding of op een andere manier. Het stelt de student in staat zijn/haar ontwikkeling te tonen tijdens de studie en het stelt de docenten in staat om het leerproces te beoordelen. De student verzamelt bewijsstukken om de persoonlijke ontwikkeling te tonen. Dit kunnen geschreven teksten zijn, maar ook foto’s, video opnames, (Power Point) presentaties en ander illustratief materiaal.

 

Overzicht curriculum

Zie hier een overzicht van het curriculum.